Door gebruik te maken van een monsterkraan in de losleiding is het beklimmen van de tankauto niet meer nodig. Hierdoor is ook het gevaar voor het spatten van desinfectievloeistoffen geminimaliseerd. Deze monstername zou ook op identieke wijze plaats kunnen vinden in de ontvangsttank.
Voor de bemonstering van een tankauto wordt veelal gebruik gemaakt van een monsterlepel en wordt de tankauto bemonsterd door het mangat boven in de tank. Door nu gebruik te maken van een monsterkraan in de losleiding of de ontvangst-/balanstank kan de monstername op de begane grond plaats vinden.
In losleidingen en tanken.
In de losleiding moet een overdruk (1 – 5 baro) heersen. Beveiligd tegen ongecontroleerde uitstroom. Met instructie/waarschuwing wordt aangegeven dat monstername tijdens reinigingsprocedure niet mag plaatsvinden.
- Arbobesluit hoofdstuk 3, artikel 3.2 Algemene vereisten.
- Arbowet hoofdstuk 2, artikel 3 Arbobeleid (inrichting van arbeidsplaatsen).
- Arbobesluit 5.2 en 5.3 Voorkomen en beperken fysieke belasting.
Diverse kranen zijn mogelijk. Hierbij wel letten op reinigbaarheid/hygiëne. Door te kiezen voor een kraan met kleine naar beneden gerichte opening (max. 10 mm) zijn risico’s bij ongecontroleerde uitstroom tot een minimum beperkt.
- Bemonsteren uit de ontvangsttank zodat niet op de auto geklommen hoeft te worden voor monstername (B)
- Bemonsteren uit de auto met behulp van de monstertas zodat de handen vrij zijn tijdens het beklimmen van de auto die voorzien is van een opklapbaar hek (C)