00061 Slangondersteuningsinrichting

Bij het aan- en afkoppelen van een slang is het nodig dat de aan te sluiten slang zich lijnrecht tegenover de aansluiting bevindt. Hierbij heeft de slang de neiging door te gaan hangen. De operator moet de slang vervolgens optillen en gelijktijdig vastdraaien.

Oplossing status: 
Getoetst door de Nederlandse ArbeidsinspectieGetoetst door de Nederlandse Arbeidsinspectie
Onderdeel van de Arbeidshygiënische Strategie: 
Collectieve bescherming
Type aanpassing: 
Technisch
Oplossing voor Risicogroep: 
Lichamelijke belasting
Dit is een oplossing voor het risico: 

Lichamelijke belasting door tillen in combinatie met gebogen of geknielde werkhouding.

Toepasbaar voor: 

Los- en laadslangen, met name waarbij een hoogteverschil moet worden overbrugd.

Voorbeelden: 
Randvoorwaarden: 
  • Let op dat geen extra risico’s worden geïntroduceerd in de vorm van struikelgevaar.
  • Beschikbaarheid van slangondersteuningsinrichtingen op de diverse koppelpunten.
  • Voor een hangende ondersteuning moeten bevestigingsmogelijkheden zijn.
Wet- en regelgeving: 

Arbobesluit hoofdstuk 5 artikel 5.2  voorkomen gevaren.
Arbobesluit hoofdstuk 5 artikel 5.3 inventariseren risico's en maatregelen nemen 
Arbobesluit hoofdstuk 5 artikel 5.4 Ergonomische inrichting werkplekken.

Klik hier voor het volledige Arbeidsomstandighedenbesluit.
Alternatieve oplossingen (geordend naar arbeidshygiënische strategie): 
B = Bronmaatregelen, C = Collectieve bescherming, I = Individuele bescherming, P = PBM
  • Optimale aansluithoogte bij gebouw gebonden koppelingen (B)
  • Tilinstructie en het hebben van een juiste houding bij uitvoeren van werkzaamheden (I)
randomness